El Camino al Infierno Está Empedrado de Buenas Intenciones

De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen

Hoe een reality-programma me iets liet zien over goede bedoelingen

Deze uitspraak heb ik niet zelf bedacht, maar gehoord in het programma Married at First Sight (Australië). Het geheel heeft diepe indruk op me gemaakt: hoe teveel bescherming eigen verlies en teleurstelling verborgen houdt.

Ik ben geen fan van het programma, maar ik kijk er wél graag naar. Vooral om de rol van de experts. Als ik hen zie en hoor, stel ik mezelf twee vragen:

  1. Wat maakt dat je aan zo’n programma wilt deelnemen?
  2. Wat kan ik leren van deze experts en de manier waarop ze mensen begeleiden?

In een van de afleveringen ontstond een felle discussie toen een deelneemster (we noemen haar de tokkienoemster) de groep, waar ze zelf ook nog deel van uitmaakte, betitelde als ‘tokkies’. Een andere deelneemster – laten we haar de berenmoeder noemen – kon dat gedrag niet verdragen. Ze sprong op de barricade om haar ‘puppy’s’ (vriendinnen uit de groep) te beschermen. Wat begon als verdediging, werd een aanval: fel, emotioneel, grenzeloos. De puppy moeder verdedigde dat als ‘ik kom op voor…’.

De tokkienoemster, die zich van geen kwaad bewust leek, bleef zich verdedigen, vanuit een hautaine positie: “Hou je mond. Praat niet zo tegen mij. Ik ben er klaar mee.” Haar lichaamstaal was onverschillig, neerbuigend zelfs. De hele groep werd steeds stiller, verdeeld.

De berenmoeder had, ondanks haar goede intenties, onbedoeld een ravage aangericht. De tokkienoemster liep er glorieus vandoor. De rest bleef verbijsterd achter.

Totdat een van de experts ingreep: duidelijk, scherp, confronterend. En precies op dat moment viel de zin:

“El camino al infierno está empedrado de buenas intenciones.”

Toen werd het voor mij interessant, zeker omdat een van de experts het berenmoeder gedrag niet zag als bescherming voor haar puppy’s, en haar wees op de impact van haar goede bedoelingen. Wat later bleek als bescherming tegen zichzelf. Opkomen voor de ander (de puppy’s), was indirect opkomen voor zichzelf: zorgzaamheid, veel willen geven, bleek controle te zijn om niet teleurgesteld te worden.

Als geven iets moet bedekken: ik bedoel het toch zo goed

De echte pijn lag dieper. De gever gaf niet alleen om te helpen, maar ook om zichzelf te beschermen: tegen teleurstelling, tegen verlies, tegen controleverlies. Wat begon als zorgzaamheid, werd controle. Wat bedoeld was als liefde, werd overrompeling.

Wanneer intentie niet genoeg is

Het probleem is niet de intentie zelf. Het probleem ontstaat als we denken dat de zuiverheid van onze bedoeling het enige is dat telt. Maar wat werkelijk telt, is de impact. En die kan radicaal anders zijn dan we hopen of verwachten. Zonder reflectie wordt geven een eenrichtingsweg. En de ander? Die past zich aan. Tot het op is.

Van wens naar illusie – een innerlijk script

In mijn werk zie ik vaak vier innerlijke lagen die dit gedrag voeden:

  1. Wens – Wat is je verlangen, je behoefte, wat heb je nodig. Een wens is 100% terecht omdat die van de persoon zelf is. Geef aan wat je nodig hebt: die is 100% terecht en van jou.
  2. Hoop – Wil zeggen: ik voel dat dit zo is omdat ik dat hoop. Voor de persoon voelt dit 100% terecht. Geef aan wat je hoopt, maak het groot en die is 100% van jou.
  3. Verwachting – Ik projecteer op de ander wat ik als wens voor mezelf heb gedefinieerd en wat ik hoop. Dat kan een blauwdruk worden hoe ik de wereld graag zie. Hierin schuilt een gevaar. De cumulatie van wens en hoop worden een geprojecteerde verwachting naar de omgeving.
  4. Illusie – Ik zie de verwachting als mijn werkelijkheid omdat ik dat zo voel en wil de ander veranderen naar mijn wens en hoop.

Deze lagen zijn menselijk, maar zonder bewustwording worden ze destructief.

Vragen die helpen

Als je merkt dat je veel geeft, maar weinig terugkrijgt, stel jezelf dan eens deze vragen:

  • Wat is mijn échte wens en is die terecht?
  • Wat hoop ik stiekem terug te krijgen? Is dit (on)terecht dat ik dit hoop?
  • Projecteer ik mijn verwachting niet teveel op de ander?
  • Is alles niet teveel mijn illusie, mijn werkelijkheid, mijn blauwdruk, wat levert mij dat op?

Van geven naar ontmoeten

Goede bedoelingen zijn een prachtig begin. Maar ze worden pas waardevol als je durft te luisteren, naar jezelf, én naar de ander en als je weet wat je echt hoort: terecht. Pas dan verandert geven in ontmoeten. En wordt de weg niet geplaveid met verwachtingen, maar met echte verbinding.

Conclusie: stop met ‘Mijn Dikke-ik gedrag’.

Hoe liep het af met de ‘tokkienoemster’. Haar gedrag werd veroordeeld, niet alleen door de hele groep, maar zeker ook door de experts. Ze werd buiten de groep gezet. Arrogantie zonder zelfreflectie past niet in een groep die op zoek is naar liefde. De berenmoeder begreep de valkuil van haar gedrag en vond de genegenheid waar ze naar op zoek was. Ze kon beter omgaan met haar Dikke-ik gedrag.